Waarom was deze veiling zo bijzonder?
De focus van veilinghuis Bernaerts lag altijd op kunst en antiek. We hebben ons gaandeweg meer in boeken en prenten verdiept zodat we ook veilingen konden organiseren voor werken op papier. Deze veilingen zijn in de loop van de jaren belangrijker geworden, we krijgen betere collecties binnen. Maar het is uitzonderlijk dat we zo’n indrukwekkende collectie met veel bibliofiele uitgaven samen mochten aanbieden.
Wat maakt de collectie van Boris Rousseeuw zo uniek?
Boris verzamelde van in het begin alle uitgaven van Tom Lanoye. Doorheen al die speciale edities krijg je een goed overzicht van Lanoyes veelzijdige oeuvre. In de laatste jaren gingen hun wegen qua bibliofiele voorkeur uiteen. Boris kocht eerder de mooiere, klassieke bibliofiele uitgaves, bij Tom was het: hoe gekker, hoe beter. Zijn bibliofiele werken zijn soms echte kunstobjecten.
Is er een link tussen deze bibliofiele edities en kunstenaarsboeken?
Er zijn zeker raakvlakken. Marcel Broodthaers plaatste eerder al een bommetje onder het bibliofiele boekgenre. Hij plakte zijn onverkochte boeken toe zodat je de tekst niet meer kon lezen en maakte er een kunstobject van. Henri Matisse propte in Jazz handgeschreven teksten tussen kleurrijke collages van gesneden papier. Marcel van Maele rolde zijn Gebottelde Gedichten op in een afgesloten fles … Sommige kunstenaars zoeken de grenzen van het boekgenre op. Net zoals Tom Lanoye dat doet als auteur.
Hoe kwam deze collectie bij jullie terecht?
Boris was altijd een trouwe klant, ik vroeg hem ook vaak om advies. Eind februari vorig jaar kregen we een telefoontje dat hij was overleden. Vooraf had hij duidelijk bepaald wat er met zijn collectie moest gebeuren. Een selectie manuscripten en werken ging naar Tom Lanoye en andere personen. De rest zou door Bernaerts worden geveild.
Hoe pakken jullie zo’n uitdaging aan?
Eerst gingen we langs voor een kennismaking met zijn weduwe. In zijn bibliotheek selecteerden we de collecties die potentiële kopers interesseren: de uitgaven van Carbolineum Pers waarvan hij uitgever was, zijn collectie boekbanden van boekbinder Laurent Peeters en zijn Lanoye-collectie. Ter plaatse maakten we de selectie van de werken voor de veiling. Na de uren deed ik opzoekingen om deze bijzondere boeken beter te kunnen kaderen.
En dan was er de veiling zelf.
Die ging door in oktober vorig jaar. De Lanoye-verzameling telde wel tachtig loten. Om de veiling interessant te houden, moet je goed afwisselen. Zo blijven de stukken in hun waarde. We begonnen met de verkoop van ouder werk, veilden vervolgens de werken van Julius De Praetere en Laurent Peeters. Pas daarna boden we afwisselend de werken van Lanoye en van Carbolineum Pers aan.
Was er een grote interesse?
Voor deze collectie wel: er zijn enkele grote Lanoye-verzamelaars. Maar het blijft een niche-publiek, beperkt tot Vlaanderen en Nederland. Terwijl we voor kunst en antiek actief zijn in vijftig landen. De markt evolueert ook. Vroeger bracht een eerste druk van een bekend werk veel geld op. Vandaag wordt enkel nog gejaagd op zeldzame speciale uitgaven. Ouder werk is veel moeilijker. De nieuwe generatie verzamelaars interesseert zich meer voor modernere geïllustreerde luxe-uitgaven.