De Nottebohmkrant publiceerde in het voorjaar van 2020 een interview met historicus en onderzoeker Bas De Roo, waarbij hij zei: “Jullie collectie is heel ‘koloniaal’ en ‘wit’. Verbrand die boeken niet, maar plaats ze wel in hun context.” Met dit in het achterhoofd werd deze webexpo opgesteld. Ze focust op de periode 1876 – 1965.
Congo-Vrijstaat in the making (1885)
(c) collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
Collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Stad Antwerpen, K 134694, Hermann Habenicht, 'Der Congo-Staat und das Freihandelsgebiet: 1:12.500.000', 1885.
Ruim honderd jaar geleden, op 26 februari 1885, ondertekenden 15 Europese landen de Algemene Akte van Berlijn. Afrika werd verdeeld in 40 landen; 36 daarvan kwamen onder het bestuur van een Europees land. Het gebied rond de Kongorivier kwam echter in handen van één enkel persoon: de Belgische koning Leopold II. De grenzen van het gebied lagen nog niet vast. Deze werden pas een dertigtal jaar later definitief. Amper twee maanden na de ondertekening van de Akte van Berlijn publiceerde Hermann Habenicht de kaart Der Congo-Staat und das Freihandelsgebiet: 1:12.500.000. Voor de informatie op deze kaart baseerde hij zich op de meest actuele informatie uit officiële bronnen.
Alexandre Delcommune en nkisi nkonde
Dit verhaal over Delcommune, de nkisi nkonde en Ne Kuko is gebaseerd op het wetenschappelijk onderzoek en de publicaties van Maarten Couttenier. In 1864 zeilde de negentienjarige Alexandre Delcommune naar de westkust van Afrika om er te gaan werken als vertegenwoordiger voor de Franse firma Daumas-Beraud et Cie. In 1878 ontstond er echter een conflict tussen hem en de negen chefs (lokale leiders) van Boma: om te compenseren voor de aanhoudende droogte en slechte oogst, verhoogden de chefs de belastingen op doorgaande handelsgoederen. Delcommune en andere handelsagenten waren hier niet mee akkoord. Ze organiseerden een gewapende overval op de dorpen. In Kikuki, het dorp van chef Ne Kuko, stalen enkele mannen onder leiding van Delcommune een krachtbeeld( vroeger: fetisj, zie verder). Dit beeld had een grote waarde voor de lokale bevolking. Ne Kuko was zelfs bereid om losgeld te betalen om het terug te krijgen. Tevergeefs.
Collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Stad Antwerpen, K 44884, Alexandre Delcommune, 'Vingt années de vie africaine: récits de voyages, d'aventures et d'exploration au Congo belge', 1874-1893, 1922.
Vlak voor zijn dood schreef Delcommune zijn memoires. Daarin beschrijft hij de gebeurtenissen van die dag als volgt (vertaling van de originele Franse tekst):
“Toen ik de aldus gevonden fetisj wilde nemen, weigerden verschillende mannen hem absoluut aan te raken; niemand anders dan mijn mensen durfde hem aan te raken. Terecht geloofde ik dat dit idool een belangrijkere gijzelaar was dan welke menselijke gijzelaar dan ook. Ik gaf twaalf van mijn mannen opdracht om het mee naar huis te nemen en gaf hen een kaartje voor mijn assistent, met het verzoek om het in veiligheid te brengen in een van onze ijzeren opslagplaatsen. Ik was er zeker van dat het gevangennemen van deze beroemde god een aanzienlijk effect zou hebben op het verdere verloop van de gebeurtenissen die op dat moment plaatsvonden."
Nkisi nkonde van Ne Kuko
© collectie KMMA Tervuren; photo Plusj, KMMA Tervuren
Het gestolen beeld was een nkisi nkonde. Een nkisi is een beeld dat spiritueel geladen wordt door een nganga (een ritueel specialist). Een nkisi nkonde heeft specifieke krachten: het kan wangedrag opsporen, eden afdwingen, ziekten veroorzaken en genezen en misdadigers bestraffen.
Collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Stad Antwerpen, K 135136, 'Exposition universelle d'Anvers: plan général, échelle 1: 4.000', 1885.
In mei 1883 keert Alexandre Delcommune terug naar België. Hij doneert de nkisi nkonde van Ne Kuko aan de Association Internationale du Congo (AIC). Het beeld wordt samen met andere cultuurobjecten van de AIC aan het grote publiek getoond op de Wereldtentoonstelling van 1885 in Antwerpen. De nkisi nkonde was een van de blikvangers en liet een diepe indruk na. Antwerps provincieraadslid Alfred Geelhand was een medefinancier van deze tentoonstelling. Hij schreef volgend artikel over het beeld in het tijdschrift Bulletin de la Société royale de géographie d’Anvers: (vertaling van de originele Franse tekst)
“Van de honderden fetisjen die we in Antwerpen zagen, verdient de belangrijkste een speciale vermelding. Het heeft de naam Makoïe en genoot een aanzienlijke reputatie in Bas-Congo, in de buurt van Boma. Hij diende vaak als rechter bij een rechtsgeding, waarvan de vele spijkers getuigen die hij draagt, die elk een geschil vertegenwoordigen dat hij door de mond van de grote medicijnman heeft beslecht. Makoïe is bedekt met ex-voto’s die hij te danken heeft aan de vrijgevigheid van de gelovigen. Als genezer van hoofdpijn en hersenvliesontsteking had hij waarschijnlijk een grote reputatie: daaraan doet het diepe litteken denken dat hij op zijn voorhoofd draagt, dat werd veroorzaakt doordat de inboorlingen altijd op dezelfde plaats wreven met hun vingers."
Collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Stad Antwerpen, E 27562, René Corneli, 'Guide illustré de l'Exposition universelle internationale d'Anvers', 1885.
Opening spoorlijn Matadi naar Stanley-Pool
Twintig jaar na het conflict met de chefs van Boma was Alexandre Delcommune samen met zijn broer Camille, adjunct-directeur van een koloniale onderneming, aanwezig bij de plechtige inhuldiging van de afgewerkte spoorlijn van Matadi naar Stanley-Pool (nu: Pool Malebo). De spoorlijn met een lengte van 366 kilometer volgde de Kongorivier van haar monding in de Atlantische Oceaan tot Leopoldville (nu: Kinshasa). Dat gedeelte van de rivier was namelijk niet overal bevaarbaar door vele stroomversnellingen en watervallen. Via de spoorweg kon men de Congolese natuurlijke rijkdommen makkelijker exporteren. Ze werd dan ook gebouwd door een dochteronderneming van de Compagnie du Congo pour le Commerce et l’Industrie of CCCI. Deze organisatie was in de jaren 1886-1887 opgericht door Albert Thys om de Onafhankelijke Congostaat economisch te kunnen exploiteren.
De gasten maakten tijdens hun reis foto’s van het gebeuren, die in een gedenkboek werden samengebracht.
Collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Stad Antwerpen, G 268815, Compagnie du chemin de fer du Congo, 'Inauguration de la ligne de Matadi au Stanley-Pool, juin-août 1898 : album de photographies prises au cours du voyage de l'Albertville …', 1898.
Congo-Vrijstaat, pro en contra Leopold II
Tervuren waarin de foto’s staan van de magazijnen van de Entrepot du Congo van Grisar/Bunge Collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Stad Antwerpen, E 35003, Ch. Liebrechts e.a., 'Guide de la section de l'état indépendant du Congo à l'exposition de Bruxelles-Tervueren en 1897', 1897.
In 1888 vond John Boyd Dunlop de opblaasbare rubberband uit. Hierdoor ontstond een stormloop op rubber en de prijs ervan steeg enorm. Het Congolese regenwoud was rijk aan wilde rubberlianen. Er was veel mankracht nodig voor de ontginning en het transport, dat men manden gebeurde. Elk dorp kreeg een quotum opgelegd van het aantal manden dat ze moesten leveren. De rubberproductie nam toe, maar de wantoestanden ook.
Foto vitrine tentoonstelling Congo in de Erfgoedbibliotheek (2020)
Vanaf 1903 brachten onder anderen Edmund D. Morel, Roger Casement en Mark Twain de wreedheden rond de rubberexploitatie aan het licht. Het Britse tijdschrift Punch publiceerde in november 1906 een cartoon die Leopold II afbeeldt als slang die een Congolees wurgt. Als reactie op de pamfletten contra het regime van Leopold II in Congo waren er ook teksten pro het regime, soms anoniem.
Belgisch Congo: dekolonisatie en onafhankelijkheid
In 1952 begon de negentienjarige Thomas Kanza aan zijn studies pedagogische wetenschappen aan de Katholieke Universiteit in Leuven. Het was niet eenvoudig voor hem om in België te studeren. Hij kreeg steun van toenmalig rector Honoré Van Waeyenbergh, pacifist Jean Van Lierde en zakenman Romain Nélissen. Deze laatste hielp hem financieel. In 1956 studeerde Kanza af als eerste Congolees met een universitair diploma.
In de collectie van de Erfgoedbibliotheek zit het boek Ata ndele … = Tôt ou tard … geschreven door Thomas Kanza.
Collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Stad Antwerpen, 653916, Kanza, Thomas R., 'Tôt ou tard ... = (Ata ndele ...)', c.1959.
Na Kanza kwamen er nog andere Congolezen naar België om te studeren. Zij speelden een belangrijke rol in het verhaal van de Congolese onafhankelijkheid. Zo werd Kanza zelf afgevaardigd minister voor de Verenigde Naties in de eerste regering onder premier Lumumba.
Collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Stad Antwerpen, E 215571, Patrice Lumumba, Jean van Lierde [compil.], Jean-Paul Sartre [inl.] 'La pensée politique de Patrice Lumumba', 1963.
Belgisch Congo: onderwijs
Collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Stad Antwerpen, 726884, Tumba : Frères des écoles chrétiennes, 'Le français pratique dans l'école primaire congolaise', 1932.
Tot de jaren 1950 was het lager onderwijs in Congo vooral in handen van de katholieke missies. De aandacht ging vooral naar beroepsvorming en praktisch onderricht.
In 1921 hervormden de Broeders der Christelijke Scholen een bestaande school om tot een opleidingscentrum voor leerkrachten lager onderwijs. Deze school lag in Tumba (Bas-Congo), langs het traject van de spoorlijn Matadi – Stanleypool (nu: Pool Malebo). De Broeders gebruikten de lokale drukkerij van de Paters Redemptoristen voor het drukken van hun lesmateriaal. De Erfgoedbibliotheek is in het bezit van een boekje uit 1932 dat daar gedrukt is.
Congo in schoolboeken in het Belgisch onderwijs
Collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Stad Antwerpen, 825268 , A.-J. Witteryck-Delplace, 'Schrijfboek van ...', 1900.
De Erfgoedbibliotheek verzamelt ook schoolboeken. In het Belgisch onderwijs kwam Congo vooral aan bod in de vakken geschiedenis en aardrijkskunde. De kaftjes voor schoolboeken die rond 1900 bij Witteryck (Brugge) gedrukt werden, tonen aan dat beelden uit Congo ook werden gebruikt bij andere vakken. Zo vormden schoolkinderen in België zich een beeld van de kolonie Congo. Op de kaften stonden niet alleen afbeeldingen van fauna en flora, maar ook van figuren zoals de Arabische slavenhandelaar Tippo Tip.