Plafondschilderijen in de barokke kapel
Wat vandaag de Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience is, was tot 1773 een indrukwekkende barokke kapel. Op deze plek kwam een broederschap van ongehuwde mannen samen om hun katholieke geloof te beleven. In het Latijn noemde men zo’n broederschap een 'sodalitas'. Het gebouw dat de 'sodales' als clubhuis bouwden, heet daarom de Sodaliteit.
De schitterend ingerichte ruimte was aangekleed met tientallen schilderijen van onder andere Rubens en Van Dyck en met een marmeren muurbekleding.
De plafondschilderijen toonden acht voorstellingen uit het leven van Maria. Ze hangen samen met acht eeuwenoude feesten waar Maria centraal staat vanaf haar verwekking (Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen) tot haar dood (Onze-Lieve-Vrouw ten Hemel Opgenomen). Die schilderijen zijn sinds 1777 spoorloos. Niemand wist hoe ze eruitzagen, tot vorig jaar … Toen ontdekten we een schilderij van het interieur van de Bovensodaliteit. Daarop staan de plafondschilderijen in het klein afgebeeld.

31 mei – Maria Visitatie
Wat?
Een visitatie is iets waar tegenwoordig vaak met angst en beven naar wordt uitgekeken: het gaat meestal om een controlebezoek of inspectie door een hogere overheid. Maar visitatie betekent natuurlijk ook gewoon 'bezoek', en dat is ook hier het geval: op het christelijke feest van Onze-Lieve-Vrouw Visitatie wordt het bezoek herdacht van de zwangere Maria aan haar eveneens zwangere nicht Elisabeth. Dit bezoek werd beschreven door de evangelist Lucas (Hoofdstuk 1, vers 39-56). Elisabeth was op latere leeftijd zwanger geworden, nadat haar huwelijk met Zacharias lange tijd kinderloos was gebleven. Hun zoon was volgens de Christelijke traditie de profeet Joannes de Doper. Zacharias, Elisabeth en Joannes worden ook in de Koran genoemd. In soera 19 'Maryam' wordt verteld over Zakariyya en zijn zoon Yahyā. Ook over Maria en de geboorte van Jezus wordt in deze soera verteld.
Bij het bezoek van Maria krijgt Elisabeth een visioen: ze voelt dat het kind in Maria's buik de zoon van God is. Haar groet aan Maria is opgenomen in het gebed Wees Gegroet: "De meest gezegende van alle vrouwen ben jij, en gezegend is de vrucht van je schoot!". Ook het antwoord van Maria is opgenomen in de christelijke liturgie, een lofzang op God die bekend staat als het 'Magnificat' ('Mijn ziel verheerlijkt de Heer'). Kloosterlingen en religieuzen wereldwijd zeggen het Magnificat dagelijks op tijdens de vespers, de namiddagdienst (17 uur) van het Officie. Naast gregoriaanse toonzettingen bestaan er dan ook vele tientallen klassieke composities op de tekst van het Magnificat, van Adriaen Willaert (1555) over J.S. Bach (verschillende keren, onder andere in 1723 en 1733) naar Schubert (1816) en Vaughan Williams (1932).
In de Bovensodaliteit
Het feest wordt gevierd op 31 mei, maar dat is pas sinds 1969 het geval: daarvoor, dus ook in de tijd van de Sodaliteit, viel Onze-Lieve-Vrouw Visitatie op 2 juli. Op het interieurschilderij is het doek dat deze episode uit het leven van Maria afbeeldt, zichtbaar als het derde plafondschilderij van bovenaan. Het tafereel is echter moeilijk te herkennen doordat het vooral uit bruin- en blauwtinten bestaat. Wie goed kijkt, ziet misschien in het midden twee figuren dicht bij elkaar: het zijn Maria en Elisabeth die elkaar begroeten met een zoen. Een vergelijkbare afbeelding van het tafereel is te zien op een schilderij van Jan-Erasmus Quellin, uit het oude kapucijnenklooster van Antwerpen. Net als alle andere plafondschilderijen uit de Bovensodaliteit is het ook sinds de ontmanteling van de inboedel in 1777 vermist. Wie het ergens herkent, mag het ons altijd laten weten!

25 maart – Maria Boodschap
Wat?
Op 25 maart – exact 9 maanden voor Kerstmis – vieren veel christenen het feest van Maria Boodschap, ook bekend als de Annunciatie (‘aankondiging’). Het is de herdenking van de boodschap die Maria kreeg van de engel Gabriël dat ze een zoon zou krijgen: Jezus. De basis voor het feest is na te lezen in het Evangelie volgens Lucas, 1:26-35. De Annunciatie is een van de meest afgebeelde Bijbelse taferelen in de westerse kunstgeschiedenis. Bovendien is het feest de oorsprong van een van de twee belangrijkste christelijke gebeden: het Weesgegroet, of in het Latijn: Ave Maria. Dit gebed is gebaseerd op de aanspreking van de engel Gabriël.
Er wordt wel eens gezegd dat Maria Boodschap op 25 maart is geplaatst om heidense feesten te vervangen die vielen op de equinox die het begin van de lente aangeeft, en die rond 20 maart valt. Daar is echter geen enkel bewijs voor. 25 maart valt nu eenmaal precies 9 maanden voor 25 december, en de equinox valt soms wel op 21 maart, maar nooit op 25 maart.
In de Benedensodaliteit
In de Sodaliteit, die aan Maria gewijd was, nam de Annunciatie natuurlijk een belangrijke plaats in. Aanvankelijk was het hele broederschap officieel toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw Boodschap. Toen het ledenaantal te groot werd en de jezuïeten de groep opsplitsten, bleef de naam verbonden aan de Sodaliteit van de Gehuwden, die in de benedenkapel verzamelden. Boven het hoofdaltaar in die kapel hing dan ook een schilderij dat de Annunciatie afbeeldt, van de hand van niemand minder dan Peter Paul Rubens. Het is een van de eerste schilderijen die hij schilderde nadat hij zich in 1608 definitief in de Nederlanden had gevestigd. Het werk bouwt voort op Italiaanse modellen en heeft nog niet de grote dynamiek die latere schilderijen van Rubens zouden kenmerken. Toen de kunstwerken van de Sodaliteiten in 1777 werden geveild, na de opheffing van de jezuïetenorde, kocht keizerin Maria-Theresia van Oostenrijk dit werk. Tegenwoordig hangt het in het Kunsthistorisches Museum in Wenen.

In de Bovensodaliteit
Ook in de Bovensodaliteit hing een schilderij dat de Annunciatie afbeeldt. Volgens de veilingcatalogus van 1777 en volgens een overzicht van de achttiende-eeuwse kunstkenner Jacob Van der Sanden is het een werk van Jacob van Opstal (1654-1717). In de plafondcyclus over het leven van Maria was dit het zesde doek. Op het interieurschilderij kan nog net de compositie uitgemaakt worden. We zien twee figuren: links, in lichte kleuren, zit Maria, die opschrikt en haar arm uitstrekt naar de tweede figuur. Gabriël staat rechts, met een roe mantel. Zijn voeten raken de grond niet. Achter hem gloort een hemelse schijn. Links van Maria zien we nog een tafel, waaraan ze zat te lezen. Dat detail zien we ook in tal van andere schilderijen van de Annunciatie.
Het plafondschilderij van Maria Boodschap werd, net als alle andere plafondschilderijen uit de Bovensodaliteit, in 1777 geveild. Het werd gekocht door een zekere Gautsiers. Dat is misschien de Antwerpse ex-jezuïet Jean-François Goutsiers (1743-1813), die na de opheffing van de jezuïetenorde pastoor werd in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal en later in de Sint-Carolus Borromeuskerk, de voormalige kerk van de jezuïeten. Het schilderij is nog steeds vermist.

2 februari – Maria Lichtmis
Wat?
Het feest van Maria Lichtmis is nu vooral bekend als het feest waarop we met z’n allen pannenkoeken bakken en eten. In de katholieke kerk is 2 februari het feest van de Purificatie van Onze-Lieve-Vrouw. Volgens de joodse wet moest een vrouw 40 dagen na de bevalling gezuiverd worden door een offer te brengen in de Tempel. Als jodin moest Maria zich daar aan houden.
In de liturgische kalender is Lichtmis het einde van de kerstperiode. Het is de gewoonte om op deze dag kaarsen te wijden. In de katholieke kerk heet het feest tegenwoordig ‘Presentatie in de Tempel’ en neemt het kind Jezus (meestal) de belangrijkste rol op. In de Bijbel is het verhaal te lezen in het Evangelie van Lucas, 2:22-40.
In de Sodaliteit
Op het interieurschilderij van de Bovensodaliteit is het plafond vooraan goed zichtbaar. Op het tweede tafereel zie je, verkleind en in vervormd perspectief, het schilderij van de Purificatie van Onze-Lieve-Vrouw. Volgens de catalogus die in 1777 gedrukt werd bij de verkoop van de kunstwerken, is het schilderij van de hand van Jan-Erasmus Quellin (1634-1715), een telg uit een bekend Antwerps kunstenaarsgeslacht.
De gelijkenis met het rechterluik van De Kruisafneming van Rubens (1614) is duidelijk zichtbaar. Beide schilderijen zijn erg smal, maar anders georiënteerd. Toch zijn dezelfde elementen goed herkenbaar: midden op het schilderijtje van de Bovensodaliteit zien we Maria, gesluierd, die naar rechts reikt. Rechts van haar zien we de oude Simeon. God had Simeon beloofd dat hij niet zou sterven voordat hij de Messias had gezien. Wanneer Maria met Jezus de tempel binnenkomt, herkent hij in het kind de Verlosser, en heft hij een lied aan: de hymne ‘Nunc dimittis’, ‘Laat nu heengaan’. Deze hymne wordt nog steeds elke avond gezongen in elk katholiek klooster, als afsluiting van de dag. Ook in de protestantse kerken wordt het nog gezongen. Op het schilderij van de Bovensodaliteit herkennen we verder nog links en rechts twee figuren die een brandende kaars vasthouden, een verwijzing naar Lichtmis. Achter Maria staan nog haar echtgenoot Jozef, die op een wandelstok lijkt te steunen.