Overslaan en naar de inhoud gaan

Aanwinsten najaar 2023

Collectie

Ook de afgelopen periode konden we onze collectie uitbreiden met verschillende speciale aanwinsten. Twee daarvan willen we hier in de kijker zetten: een bijzondere geschiedenis van de Nederlanden uit 1627 en een prachtig geïllustreerde editie van Georges Rodenbachs ‘Bruges-la-Morte’ uit 1930.

Edward Grimeston, Generall Historie of the Netherlands (1627)

Op de veiling bij Van De Wiele Auctions in mei 2023 verwierven we de tweede herziene druk van Edward Grimestons Generall Historie of the Netherlands. Die is in 1627 in Londen gedrukt door Adam Islip. Edward Grimeston (†1640), die ceremoniemeester was bij het Engels Parlement in Londen, is vooral bekend als vertaler van verschillende belangrijke geschiedenisboeken uit zijn tijd naar het Engels. De Generall Historie of the Netherlands is een van Grimestons vroegste en grootste bewerkingen – de tweede herziene druk bevat 1.588 pagina’s folio formaat. De eerste druk van deze kloeke geschiedenis van de Nederlanden verscheen in 1608. Het is eigenlijk een vertaling van La grande chronique ancienne et moderne, de Hollande, Zelande, West-Frise van Jean François Le Petit (1546-ca. 1615). Dat werk werd in 1601 gedrukt in Dordrecht.

Voor het vervolg op La grande chronique en de contemporaine gebeurtenissen baseerde Grimeston zich op de werken van Emanuel van Meteren (1535-1612) over de Nederlandse geschiedenis. Grimeston kende Van Meteren, die sinds 1583 consul was voor de Nederlandse kooplieden in Londen, vermoedelijk vanuit zijn netwerk bij het Engelse Parlement. De tweede herziene druk van de Generall Historie bevat ook een voortzetting over de periode 1608-1627 door de verder onbekend gebleven kapelaan William Crosse. Grimeston gebruikte voor beide drukken de kopergravures met vorstenportretten van Christoffel I van Sichem (1546-1624). Die had hij gemaakt voor La grande chronique van Le Petit. Grimeston voorzag ze van nieuwe onderschriften in dichtvorm. In de opdracht van de eerste druk van zijn Generall Historie vermeldt Grimeston bovendien dat Le Petit in 1609 in Londen verbleef. Dat wijst erop dat zij de  kopergravures direct met elkaar hebben uitgewisseld. Het hergebruik van houtblokken of kopergravures, die zeer kostbaar waren, was heel normaal in de zestiende en zeventiende eeuw. Houtblokken en kopergravures werden regelmatig uitgeleend of doorverkocht aan andere auteurs en boekdrukkers.

Georges Rodenbach, Bruges-la-Morte (1930)

Op dezelfde veiling bij Van De Wiele konden we onlangs een bijzondere bibliofiele editie van Brugesla-Morte op de kop tikken. Die werd uitgegeven bij het Parijse Javal & Bourdeaux in 1930 in een oplage van 170 exemplaren. Rodenbachs klassieker van de Franstalige Vlaamse letterkunde werd al snel na de eerste publicatie in 1892 toonaangevend voor het symbolisme. Dat is te zien aan deze speciale uitgave die 38 jaar later verscheen. Daaraan werkten verschillende grootheden binnen het symbolisme mee. Zo schreef de Franse auteur en criticus Camille Mauclair een voorwoord bij deze editie en maakte de Franse kunstenaar Lucien Lévy-Dhurmer achttien pasteltekeningen bij de tekst. De tekeningen werden vervolgens als aquatint gegraveerd op koper door Lorrain en in kleur gedrukt door Adolphe Valcke.

Ook het beroemde portret van Rodenbach door Lévy-Dhurmer uit 1896 is in de editie opgenomen, vergezeld van een citaat van de in 1898 overleden schrijver. Daarin spreekt hij zijn bewondering uit voor het ‘portrait délicieux’ dat Lévy-Dhurmer van hem maakte. Hij ziet er zichzelf op ‘comme en songe’, met op de achtergrond zijn ‘chère Bruges-la-Morte’. Op het portret versmelt de kleur van Rodenbachs kledij met de kleur van de Brugse grachten, zodat de auteur als het ware opgaat in zijn omgeving.

Brugge mocht Rodenbach dan wel dierbaar zijn, de Bruggelingen zelf waren bij de verschijning van de roman niet erg ingenomen met het naargeestige en doodse beeld dat de Gentse auteur van hun stad opriep. In zijn voorwoord gaat Mauclair dieper in op deze ophef, die volgens hem berustte op een misverstand. Hij presenteert Rodenbach juist als een groot bewonderaar van de stad en als een auteur die voor altijd verbonden is met Brugge door het succes van zijn roman. Ook belicht hij de artistieke verwantschap tussen de auteur en illustrator Lévy-Dhurmer. Zijn dromerige en tegelijk onheilspellende illustraties sluiten inderdaad perfect aan bij Rodenbachs melancholische verhaal. Dat gaat over een man die door de rouw om zijn overleden vrouw illusie en werkelijkheid door elkaar begint te halen, met een uiteindelijk fatale afloop. Het boek dat wij hebben kunnen aanschaffen, is een losbladig hors commerce-exemplaar, het was oorspronkelijk niet voor de handel bedoeld. Lévy-Dhurmers pasteltekeningen zijn er in vier verschillende versies opgenomen: de definitieve, meerkleurige versie, een blauwe versie, een groene versie en een meerkleurige versie met opmerkingen. Samen vormen ze niet alleen een lust voor het oog. Ze geven ook een inzicht in de complexe technieken die kunstenaars toepasten om in hun illustraties de meest verfijnde kleureffecten te bereiken.

Meld je aan voor de nieuwsbrief