20.03.2019
- Waar komt jouw fascinatie voor Gregoriaanse muziek vandaan?
‘Die is ontstaan aan de universiteit in Canada, tijdens de cursus muziekgeschiedenis. Vooral de lessen over Gregoriaanse muziek brachten mij helemaal in vervoering. De leraar nam ons mee naar een benedictijnerabdij op het platteland waar we het avondgebed bijwoonden en met de monniken praatten. Ik realiseerde mij dat de muziek die werd gezongen meer dan 1.000 jaar oud was en toch nog steeds in de mis werd gebruikt. Want Gregoriaanse muziek is zeer functionele muziek. Je kan dit in een klaslokaal bestuderen, maar het komt pas echt tot leven tijdens een viering in de kerk.’
- Vervolgens trok je naar het Verenigd Koninkrijk om musicologie te studeren. Een logische volgende stap?
‘Ik wist dat ik onderzoek wilde doen naar Gregoriaanse muziek, maar wist niet goed waarop te focussen. Om dichter bij het primaire bronnenmateriaal te komen moest ik elders naartoe. Want in Canada is dit bijna niet te vinden. Bij aanvang van mijn masterstudies aan de Bangor University in Wales gaf een docent mij plots de opdracht om op één week tijd iets te schrijven over psalmmuziek in de zestiende eeuw. Ik ging naar de bibliotheek, maar vond zo goed als geen informatie over dit onderwerp. Ik vreesde dat ik er helemaal niets van bakte. Maar toen ik mijn schamele vondsten aan de docent liet zien, stelde hij me gerust. Er is nog maar bitter weinig onderzoek gebeurd naar liturgische muziek uit de zestiende tot de achttiende eeuw.’
- Jij zag meteen je kans?
‘Ja, daar wilde ik graag verandering in brengen! In Wales had ik het geluk om in een sterk team van muziekhistorici terecht te komen. Het was een zeer inspirerende omgeving die mijn fascinatie en interesse in zestiende-eeuwse Gregoriaanse muziek alleen maar aanzwengelde. Ik kreeg de kans om aan de Universiteit van Manchester te doctoreren over Italiaanse koormuziek. Vervolgens kon ik aan de Universiteit van Salzburg in Oostenrijk aan de slag als onderzoeker. Sinds 2017 ben ik als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de Alamire Foundation in Leuven (Internationaal Centrum voor de Studie van de Muziek in de Lage Landen).’
- Vandaag vinden we je vaak terug in onze leeszaal, waar je aan de slag bent met onze collectie liturgische boeken van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal en de Sint-Jacobskerk. Hoe kwam je in Antwerpen terecht?
‘Jullie collectie liturgische boeken vond ik bijna per ongeluk. Nog voor ik in Leuven aan de slag was, vroeg ik mij tijdens een bezoek aan Antwerpen af wat er was gebeurd met de koorboeken van de kathedraal. Ik zocht op internet en belandde op de website van de Erfgoedbibliotheek. Zo kwam ik in contact met conservator Steven Van Impe, die mij uitnodigde om kennis te maken. Samen bekeken we vijf gradualen, en ik wist meteen dat dit een zeer bijzondere collectie is waar ik meer mee moest doen. Ik had mijn heilige graal te pakken!’
- Waarom is de collectie zo speciaal?
‘Mijn onderzoek spitst zich toe op de periode na het Concilie van Trente, dus vanaf het einde van de zestiende eeuw. Deze collectie past daar perfect in. Ze is nagenoeg volledig intact gebleven en bestrijkt een periode van 1570 tot de twintigste eeuw. Je kan heel mooi zien hoe de liturgie in deze periode evolueert. Er zitten ook verschillende koorboeken in waarop handgeschreven aantekeningen zijn aangebracht. Die interactie tussen de zanger en het boek is zeer leerrijk. Het is een collectie die zodanig rijk is dat je er een hele carrière onderzoek op kan doen. Bovendien is er al veel diepteonderzoek gedaan naar de polyfonische en instrumentele muziek van de kathedraal, maar nog niet naar de gezangen. Ik hoop dus dat deze collectie en mijn onderzoek hier een extra laag aan kan toevoegen.’
- Waar ga je naar op zoek?
‘Ik ben vooral geïnteresseerd in het thema van religieuze identiteit en hoe die zich in de liturgie weerspiegelt. In Antwerpen is er een periode waarin de gebeden en erediensten nauwelijks veranderden. Maar plots werd de stad het bastion van de contrareformatie, en veranderde ook de muziek en de liturgie. Ik wil nagaan welke impact dit heeft gehad op de identiteit van de verschillende parochies. Want je ziet dat er verschillen zijn tussen wat er in de kathedraal gebeurde, en hoe de erediensten in de Sint-Jacobskerk eraan toegingen. Vanuit een breder perspectief zie je hoe er in Antwerpen nieuwe religieuze en burgerlijke identiteiten ontstonden.’
- Vermoedelijk ben je de eerste onderzoeker die deze collectie zo grondig bestudeert. Heb je al bijzondere ontdekkingen gedaan?
‘Ik zit nog maar aan het begin van mijn onderzoek, voorlopig focus ik nog op de oudste boeken. Hierin kan je zien dat de kanunniken hun muziek en liturgie gebruikten als een vorm van protest tegen een aantal nieuwe kerkelijke dogma’s na het Concilie van Trente. Dat zijn inzichten die we voordien nog niet hadden. Maar meer informatie wil ik nu nog niet weggeven, je verneemt er meer over tijdens mijn lezing.’
- Zullen we tijdens jouw lezing de muziek die je bestudeert ook kunnen beluisteren?
‘Ja! En dat is uitzonderlijk want er bestaan heel weinig opnames van muziek in gedrukte koorboeken. De meeste ensembles focussen op de uitvoering van handgeschreven antifonaria. Dankzij de Alamire Foundation kan ik beroep doen op hun ensemble ‘Park Collegium’. We beschikken ook over documenten die heel duidelijke richtlijnen geven aan de zangers van de kathedraal over hoe ze de muziek moesten brengen, en over beschrijvingen van tijdgenoten die de muziek hebben gehoord. Voor zover ik weet zal dit dus de eerste keer in een paar honderd jaar zijn dat de muziek uit deze collectie tot leven komt. Alleen al daarom moet iedereen komen luisteren!’
Heb je zin in meer? Kom dan op 27 maart om 19.00u naar de gratis lezing 'Paradigmatic Prints and Particular Performances: Religious and musical identities in the liturgical books of the Cathedral of Our Lady and the Church of St. James, Antwerp' van Marianne Gillion in de Erfgoedbibliotheek. Schrijf u hier in.