Als student Kunstwetenschappen en Archeologie aan de Vrije Universiteit Brussel kreeg hij, onder begeleiding van conservator Steven van Impe, de opdracht om onderzoek te doen naar de geschiedenis van de Sodaliteit en hiermee de tentoonstelling voor Open Monumentendag (14 september 2025) voor te bereiden.
Kun je ons iets meer vertellen over je richting?
De Vrije Universiteit Brussel is de enige universiteit die deze combinatie aanbiedt. De richting Kunstwetenschappen en Archeologie behoort tot de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. De richting heeft een zeer breed vakkenpakket dat verdeeld kan worden in drie pistes: archeologie, kunsthistorie en erfgoed. Onderzoek blijft steeds een belangrijke pijler.
Waarom koos je voor onze Erfgoedbibliotheek als stageplek?
Ik wilde graag de erfgoedwereld ontdekken en welke plek is hier beter voor dan Antwerpen. Ik ben opgegroeid tussen Leuven en Brussel en ik woon momenteel in Gent én ik studeer in Brussel. Gedurende mijn jeugd ben ik eigenlijk niet veel in Antwerpen geweest dus leek het mij een goed idee om de cultuurrijke stad te ontdekken.
Toen ik de erfgoedbibliotheek tegenkwam en ik de foto’s zag van de Nottebohmzaal was ik direct verkocht. Ik hou van oude bibliotheken met boeken van de vloer tot tegen het plafond in mooie ingebouwde kasten en de smeedijzeren trappen, ladders en balkonnetjes.
Wanneer ik door een straat loop vraag ik me vaak af hoelang de gebouwen er al staan en hoe de mensen er vroeger leefden dus ik ben zeer blij dat ik in een gebouw met zo veel geschiedenis kan werken.
Kan je wat meer vertellen over je hoofdopdracht?
Mijn hoofdopdracht is het onderzoeken van de verschillende functies van het Sodaliteitsgebouw tussen de ontbinding van de Jezuïetenorde in 1773 en de aankoop van het gebouw door de stad in 1879. Het gebouw had in deze honderd jaar verschillende eigenaars en functies. De resultaten van dit onderzoek vormen de basis van de mini-expo voor Open Monumentendag 2025.
Wat is je opgevallen in dit onderzoek?
Wat mij is opgevallen tijdens mijn onderzoek is dat er een groot verschil was tussen de beneden en bovenverdieping van de sodaliteit. Dit was zo te zien al het geval toen de Jezuïeten er nog zaten, toen was de bovenverdieping rijkelijker gedecoreerd dan de benedenverdieping. Maar in de periode die ik onderzoek lijkt het verschil zelfs nog groter.
De bovenverdieping werd gebruikt voor exclusieve samenkomsten voor de rijke Antwerpenaar, veelal handelaars, om hun contacten met elkaar te verstevigen en nieuwe contacten te leggen. Zo was er een exclusieve vereniging genaamd “Société des amateurs de musique à la Salle dite Sodalité”. Doordat de rijke handelaars hier vaak kwamen is het niet raar dat er op de bovenverdieping ook openbare verkopen gehouden werden waar er bijvoorbeeld op duizenden balen vol linnen, wol, vilt en tabak werd geboden.
Hoe heb je dit onderzocht?
Ik heb door conservator Steven van Impe een rondleiding gekregen doorheen het hele gebouw. Hij vertelde me veel over het verleden van het gebouw en enkele speculaties. Daarna heb ik de overzichtswerken over het gebouw doorgenomen, maar hierin werd er bijzonder weinig geschreven over de periode die ik onderzocht. Ik ben de bronnen die geraadpleegd werden nagegaan waardoor ik een algemene tijdlijn kon samenstellen. Vooral het werk “Thijs, recueil des bulletins de la propriété XI, 1879” was cruciaal om de eigenaars van het gebouw te achterhalen.
Daarnaast heb ik verschillende kranten online doorzocht (kbr: BelgicaPress). Doordat de kranten gedigitaliseerd zijn kon ik gemakkelijk, via de zoekfunctie, vermeldingen van de sodaliteit terugvinden. Meestal was dit reclame voor het eetcafé van Louis Abel, die de benedenverdieping in gebruik nam van 1860 tot 1862. Ook kwam het koffiehuis van Moortgat vaak terug, hij nam het na Abel over tot de stad het gebouw kocht in 1879 (afb.).
Voorbeelden uit de krant “Het handelsblad”:
Interessant aan deze advertenties is dat er reclame gemaakt werd voor hun speciaal bier. Bij Abel was het bier van Pesth (Budapest, Hongarije) populair en bij Moortgat werd er bier van Beieren (Duitsland) gedronken. De reden waarom hier bier van Duitsland en Hongarije geserveerd werd is nog niet helemaal duidelijk. Het zou kunnen dat hier een actief Duits en/of Hongaars cliënteel was, Abel zelf kwam van Duitsland. Anderzijds zou het bier misschien beter of goedkoper kunnen zijn. Het kan toeval zijn natuurlijk.
In de kranten zijn ook aankondigingen voor toneel (onder directie van Frans van Doeselaer), openbare verkopen, concerten en nog veel meer te vinden. Het jammere was wel dat de kranten pas vanaf 1850 de sodaliteit vermelden, wat er voor deze periode gebeurde in de sodaliteit is moeilijker te achterhalen.
Was onze collectie waardevol in het onderzoek?
Absoluut! Aan de hand van de advertenties uit de kranten kon ik achterhalen welke toneelstukken er werden gespeeld in de sodaliteit. Hierna zocht ik in de collectie of er toneelboekjes met dezelfde titels hierin voor kwamen en tot mijn verbazing vond ik ze bijna allemaal terug. In de collectie bevinden zich honderden 19de -eeuwse toneelboekjes. Ik merkte zelfs dat ik de eerste was die sommige toneelboekjes raadpleegde. Wat ik zeer leuk vond is dat ik verschillende foto’s van Frans van Doeselaer in de collectie heb gevonden. Frans van Doeselaer was de directeur van het “Nationaal Toneel” en hij acteerde van 1860-1862 in de sodaliteit.
Voorbeeld van een toneelboekje uit 1858:
Foto van Frans van Doeselaer in van Doeselaer, Frans, Herinneringen en wederwaardigheden van een gewezen tooneelbestuurder, Antwerpen, 1909:
Een fijne vondst uit de collectie is het partituur van Sauvlet uit 1862 met de titel “Les soirées de la sodalité”. Dit stuk is speciaal voor dit gebouw gemaakt. Het is een polka voor de piano. Het werd waarschijnlijk gespeeld op de bovenverdieping van de sodaliteit, de huidige Nottebohmzaal, tijdens een van de bijeenkomsten van de “Société des amateurs de musique à la Salle dite Sodalité”.