Waarom juist Servisch?
'In mijn opleiding Oost-Europese talen en culturen koos ik naast het Russisch het Servisch als tweede taal. Ik ging in mijn derde bachelorjaar ook een semester in Belgrado studeren waar ik een connectie kreeg met de taal en de Servische cultuur. Toen ik in contact kwam met de Erfgoedbibliotheek, spraken we af dat ik onderzoek kon doen naar de Servische werken in de bibliotheek.'
Heeft de bibliotheek dan zo veel Servische werken in de collectie?
'Volgens mijn onderzoek telt de collectie 155 teksten in het Servisch. Dat is geen immens groot getal, maar het is toch interessant dat zo veel Servische werken hier zijn terechtgekomen.'
Hoe zijn die werken in onze bibliotheek beland?
'Vaak gaat het om Servische vertalingen van Nederlandstalige Vlaamse literatuur. Van Vlaamse literatuur verzamelt de Erfgoedbibliotheek namelijk ook vertalingen. De Erfgoedbibliotheek ontvangt bijvoorbeeld regelmatig vertalingen via Literatuur Vlaanderen. Zij subsidiëren veel vertalingen van Vlaamse literatuur en ontvangen hiervan exemplaren, waarvan ze er ook een aan de Erfgoedbibliotheek doneren. Zo komt het dus dat de collectie niet alleen Broere (2000) van Bart Moeyaert bevat, maar ook de Servische vertaling Braća (2021).
Verder bezit de bibliotheek ook veel publicaties die uit de persoonlijke collectie van schrijvers komen. Zo was Roger Avermaete bijvoorbeeld eigenaar van het manifest van de Servische avant-gardebeweging Zenit. Deze beweging was in de jaren twintig bekend in heel Europa onder avant-gardekunstenaars en intellectuelen. Zenit was ervan overtuigd dat de westerse cultuur gefaald had en plaats moest maken voor een nieuwe lichting van ‘barbaren’ (zoals ze zichzelf noemden) uit de Balkan. Ze waren gek op chaos en voorzagen een culturele revolutie.'
Waaruit bestond precies jouw taak in onze bibliotheekwerking?
'Ik heb systematisch onderzoek gedaan naar de Servische publicaties in de collectie. Ik heb alle boeken die als Servisch gemarkeerd stonden in de catalogus bekeken en beschreef kort de inhoud, waar het vandaan komt en of het wel daadwerkelijk een Servisch werk is. Verder heb ik verschillende zoekstrategieën gebruikt om ervoor te zorgen dat Servische publicaties die nog niet als Servisch stonden gemarkeerd als zodanig herkend kunnen worden. Ik heb ook de titels overgenomen in het Cyrillisch, zodat de werken nu ook in hun oorspronkelijk schrift in de catalogus staan, niet alleen in transliteratie.
Ik ben daarnaast op zoek gegaan naar Servische teksten die een mooie aanvulling zouden zijn voor de verzameling van de bibliotheek, zoals de Servische vertaling van De Metsiers (1950) van Hugo Claus.'
Hoe komt het dat zo veel Servische werken in de catalogus verkeerd waren gemarkeerd?
'De Slavische talen zijn erg gelijkaardig en gemakkelijk met elkaar te verwisselen. Bij het Servisch is het zelfs nog ingewikkelder omdat het voor zo’n 99% overeenkomt met het Bosnisch, Kroatisch en Montenegrijns. Vroeger vielen al deze talen zelfs samen onder de overkoepelende naam Servo-Kroatisch. Sinds het uiteenvallen van Joegoslavië wordt er echter weer onderscheid gemaakt en deze landen zijn erg trots op hun eigenheid. Dit alles maakt het klasseren op basis van taal niet eenvoudig. Om toch een juist oordeel te vellen, keek ik dan vooral naar de plaats van uitgave en in welk regionaal dialect of welke standaardvariant het werk geschreven is. Ik wilde nauwkeurig zijn, want de regionale verschillen liggen nog steeds gevoelig.'
Hoe zit het met de contacten tussen de Nederlandstalige regio en Servië?
'Die begonnen in de negentiende eeuw, toen het jonge Belgische koninkrijk en het toenmalige koninkrijk Servië diplomatische relaties begonnen op te bouwen. Het eerste Nederlandstalige werk dat ooit naar het Servisch werd vertaald was De gierigaard (1852) van Hendrik Conscience. Sindsdien werden er af en toe Nederlandstalige teksten naar het Servisch vertaald, maar dit was vrij sporadisch. Doorheen de twintigste eeuw werden er zo’n tien titels per decennium vertaald. Het was pas aan het einde van de jaren ’80 dat de contacten in een stroomversnelling raakten door het oprichten van de Joegoslavische vakgroep neerlandistiek. De oprichtster van die vakgroep is trouwens nog steeds erg belangrijk voor de contacten tussen Servië en Vlaanderen en Nederland.'
Wie is deze oprichtster en wat maakt haar zo belangrijk?
'Haar naam is Jelena Novaković-Lopušina (*1955). Tijdens mijn onderzoek bleef ik haar naam tegenkomen als vertaler en als uitgever, dus ik besloot me verder in haar te verdiepen en ik was verwonderd over haar grote betekenis voor de contacten tussen Servië en de Lage Landen.
Zoals ik al aangaf, was ze de oprichtster van de vakgroep neerlandistiek in Joegoslavië. Deze vakgroep bestaat nog steeds aan de universiteit van Belgrado. Ik heb er zelf enkele lessen gevolgd toen ik daar studeerde. Ik was er erg onder de indruk van de taalbeheersing en motivatie van de Servische studenten.
Veel van de Servische vertalingen in de collectie van de Erfgoedbibliotheek zijn gemaakt door Jelena Novaković-Lopušina. Daarbovenop is ze ook oprichtster en hoofdredactrice van het jaarlijkse tijdschrift Erazmo, dat als doel heeft om Vlaamse en Nederlandse literatuur te promoten in Servië. De eerste editie kwam uit in 1992, maar het tijdschrift loopt nog steeds. Ze heeft in het Nederlandse taalgebied ook al veel prijzen gekregen vanwege haar vertaalwerk en inzet voor het contact tussen onze regio’s. In Nederland werd ze zelfs benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
In de collectie van de bibliotheek vond ik een interessant werk dat samengesteld is door Novaković-Lopušina. Het boekje heet Bivši anđeli of “Gewezen engelen” en is een bloemlezing van Servische gedichten voorzien van een Nederlandse vertaling. Op die manier kan een Nederlandstalig publiek genieten van de Servische dichtkunst. Dit is maar een van de vele initiatieven die Jelena Novaković-Lopušina heeft genomen om een brug te bouwen tussen de Nederlandstalige en de Servische literaire wereld.'
Is er een Servisch boek uit de collectie dat je graag wilt uitlichten?
'Ik heb een prachtig boek ontdekt dat zeker de moeite waard is om eens te bekijken. Je hoeft de Servische taal er zelfs niet voor te kennen. Het is een plakboek uitgegeven in 1930 door de koffieproducent Café HAG met als onderwerp Joegoslavische heraldiek. Het boek heet Grbovi Jugoslavije, wat “Wapenschilden van Joegoslavië” betekent. Er zijn gelijkaardige plakboeken uitgegeven voor andere regio’s (ook België), die ook in het bezit zijn van de Erfgoedbibliotheek. Dit plakboek is compleet en bevat wapenschilden uit de hele Joegoslavische regio. De kleuren en symbolen zijn prachtig, dus zeker een kijkje waard voor iedereen die is geïnteresseerd in heraldiek, geografie of geschiedenis!'