Hoe vonden jullie je weg naar de Erfgoedbibliotheek?
Ann: “In het najaar van 2022 nam ik deel aan een bevraging van stakeholders van het Letterenhuis. Daar ontmoette ik jullie directeur, die mij wees op bijzondere collecties van de Erfgoedbibliotheek die relevant zijn voor typografisch onderzoek. In december 2022 hebben jullie conservatoren onze masterstudenten een hele namiddag ontvangen in de Nottebohmzaal en uitgebreid verteld over de complexiteit van analoge boeken. Ook over verschillende typografische thema’s waar onze studenten mee bezig waren (zoals indexen, kleine korpsen, fonetisch schrift, niet-Westerse typografie en zines). De studenten waren zo enthousiast over die sessie dat we van bij de start van het traject ‘Design for Digital Reading’ met jullie wilden samenwerken.”
Kevin: “Het is pas als je die oude boeken effectief ziet dat het heel concreet wordt. Toen wij hoorden dat sommige studenten zelfs op eigen houtje waren teruggegaan om ander materiaal op te vragen, wist ik dat dit de manier is om ze te prikkelen en hun horizon te verbreden.”
Wat is het project ‘Design for Digital Reading’?
Ann: “Het is een driejarig studentenonderzoekstraject dat gefinancierd wordt door de Europese Commissie en gelinkt is aan Erasmus+. Wij werken nauw samen met de opleidingen Graphic Design van PJATK (Polish-Japanese Academy of Information Technology) in Warschau (Polen) en het IPCA (Polytechnic Institute of Cávado and Ave) in Barcelos (Portugal).
Het project is ontsproten binnen onze onderzoeksgroep READSEARCH hier in Hasselt, waar we onderzoeken hoe we leesverbeteringen kunnen aanbrengen in zowel het digitale als analoge lezen. In de typografie zien we namelijk nog te vaak dat bepaalde conventies uit het analoge tijdperk gewoon worden overgenomen naar een scherm. Dat is daarom niet meteen fout, maar nieuwe media openen ook heel wat mogelijkheden tot typografische verbeteringen van het leesproces specifiek voor deze media.
Het traject is in drie fases ingedeeld, die overeenkomen met drie lichtingen studenten die op elkaars werk voortbouwen. Het eerste jaar focuste op de theorie en de inspiratiebronnen (het materiaal dat ze in de Erfgoedbibliotheek hebben gezien). In de tweede fase werden technieken uitgelicht die samenhangen met dat digitale lezen. We hebben niet alleen naar het ‘gewone’ lezen op het scherm gekeken, maar ook de rol onderzocht van artificiële intelligentie (AI), Augmented Reality (AR) en Virtual Reality (VR). Hoe kun je die leesbeleving immersief maken en tekortkomingen ontwerpmatig of technologisch oplossen? In het derde jaar bekijken we hoe we dit in de praktijk kunnen implementeren en concrete toepassingen kunnen aanbieden.”
“De Erfgoedbibliotheek is ook een geweldige bron voor ons: de ontdekking dat het materiële boek zo vernuftig is.” Kevin Bormans
Kevin: “Wij zien het traject als een denktank met mogelijkheden binnen die enorme wereld van het digitale lezen, zonder dat daar noodzakelijk na drie jaar een compleet gefinaliseerd project uit moet komen. Het is een kweekvijver voor hypotheses die in de toekomst meer of minder succes zouden kunnen hebben.”
Dus, zelfs als iets ‘faalt’, is het altijd een succes, omdat jullie die marge voor experimenteren hebben ingecalculeerd en op het proces focussen.
Ann: “Het is voor ons als docenten en onderzoekers heel interessant om te kijken hoe studenten het werk van de vorige lichting verder ontwikkelen. Op die manier ontstaat er een natuurlijke filtering van projecten en is er veel ruimte voor experimenten. Falen omdat sommige ideeën technisch nog niet mogelijk zijn, maakt een project niet minder waardevol, want je verbreedt dan wel het theoretisch fundament.”
Kevin: “We willen uiteindelijk toewerken naar een catalogue raisonné, een visualisatie van die denktank, waar het meer draait om de concepten en de mogelijkheden. Het wordt geen standaard tentoonstellingscatalogus, met een verzameling afgewerkte projecten in één boek.”
Ann: “Sowieso gaat dat een voedingsbodem zijn voor iedere grafisch ontwerper; die zal zich bewust kunnen worden van de verscheidenheid aan manieren van lezen. En dat de leeservaring enorm geleid kan worden door typografie.”
Kevin: “We willen ook laten zien dat er eigenlijk niets nieuws is onder de zon. De Erfgoedbibliotheek is ook een geweldige bron voor ons: de ontdekking dat het materiële boek zo vernuftig is, zowel in de hedendaagse als in de historische collectie. De ingenieuze oplossingen die oude boeken bevatten voor het lezen van zowel tekst als afbeeldingen, ook in combinatie met elkaar. Het is heel belangrijk om studenten te confronteren met die rijke geschiedenis en te tonen dat we in een continuüm zitten waar niks uit niks ontstaat, als we het eenmaal over digitale media hebben.”
Wat willen jullie meenemen naar nieuwe projecten?
Ann: “Dat gecontroleerd experimenteren en het interactieve, want daar zijn de studenten heel positief over. Samen met hen een referentiekader opzetten waarin je praktische materie aanbiedt en die je vanuit verschillende disciplines durft en leert benaderen. Van de uitwisseling met andere collega’s binnen dit traject hebben wij als docenten ook veel bijgeleerd.”
Kevin: “De confrontatie met het materiële boek, met die rijke collectie van jullie. Los van dit traject komen we sowieso terug naar jullie met nieuwe studenten. Want je moet ze als docent wel over de drempel heen helpen.”
Wij vinden het ook zeer belangrijk om studenten bewust te maken van de vele betekenislagen van het materiële boek. En als je daar dan nieuwe media zoals AR of VR aan toevoegt, wordt het nog interessanter. Het zijn altijd communicerende vaten.
Kevin: “In de digitale wereld wordt alles meteen erg complex en onzichtbaar. Neem nu de dikste atlas uit jullie collectie, om de verschillende informatielagen in kaarten weer te geven is aan het tactiele en de vorm van dat object al zoveel gebeurd. Het blijft voor studenten heel abstract als je meteen vanuit het digitale begint en nooit in aanraking bent gekomen met het originele object.”
Ann: “We gaan samen met onze studenten en met jullie ook dit jaar nadenken over hoe je hiërarchie digitaal kunt aanbrengen en ruimtelijke dimensies kunt weergeven. Over hoe je wat enigszins oriëntatie geeft in een boek kan weerspiegelen op een digitaal medium.”