Scannen met een visie
Lukraak digitaliseren is geen optie: zeker niet voor een collectie van anderhalf miljoen werken. Onze digitaliseringspolitiek baseert zich op enkele centrale principes: we geven prioriteit aan publicaties die vaak opgevraagd worden, erg kwetsbaar zijn of cruciaal zijn voor onze collectie. Werken die regelmatig worden opgevraagd, lopen uiteraard meer risico op schade. Wanneer een werk al in slechte staat is, vanwege de ouderdom of de degradatie van het papier, spaart de digitalisatie het van nieuwe gebruiksschade.
We digitaliseren ook bijzondere werken, zoals onze topstukken: zo bekijkt iedereen ze vrij, zonder de originele uitgave steeds opnieuw te moeten manipuleren. Die selectie bepalen we in overleg met collega's die instaan voor de collectievorming, de lezersdiensten en behoud en beheer. Daarnaast bieden we een ‘scannen op verzoek’-service aan, vanwege de vele aanvragen van onderzoekers. Op hun vraag digitaliseren we bepaalde werken of deelcollecties voor onderzoeksprojecten of wetenschappelijke colleges.
De juiste hardware als fundament
We investeerden in twee nieuwe scantoestellen, elk met specifieke eigenschappen. De Qidenus-machine is met voorsprong het meest atypische toestel, aangezien ze geen feitelijk scanproces uitvoert, maar fotografeert. Het is een semiautomatische opstelling met twee professionele fototoestellen, een V-vormige boekenwieg en een glasplaat. Zo kunnen we tijdschriften en lijvige werken letterlijk in een handomdraai en per bladzijde in hoge resolutie digitaliseren. Daarnaast is er het Zeutschel-scantoestel. Met dit toestel scannen we zowel erg omvangrijke als onze waardevolste werken. Deze scanner kan zelfs formaten tot A0 in haarfijne resolutie verwerken. Bovendien kan je met dit toestel gemakkelijk scangebieden definiëren en er hele kleine materialen perfect mee digitaliseren. Onze Zeutschel ziet dus zowel kaarten en atlassen passeren, als almanakjes.
“Onderzoekers kunnen een aanvraag voor digitalisering indienen via onze ‘scannen-op-verzoek’-service”
Van gedrukte letter naar pixel
Na het scannen controleren we de beelden op volledigheid en kwaliteit. Elk afzonderlijk beeld krijgt een unieke bestandsnaam en wordt dan toegevoegd aan de correcte digitale publicatie. We laden elk bestand op in het DAMS, de beeldbank van Musea en Erfgoed Antwerpen, en koppelen het aan de juiste titelbeschrijving en metadata in de catalogus van de Erfgoedbibliotheek. Alle beelden gaan ook automatisch naar het e-depot van de Stad Antwerpen, waar ze duurzaam bewaard worden.
Digitaal zoeken in teksten
Uiteraard blijft het niet bij scannen alleen. Een digitale collectie wordt pas echt bruikbaar wanneer je ook de tekst kan doorzoeken. Daarvoor maken we sinds ongeveer een jaar gebruik van OCR-software. OCR of Optical Character Recognition (optische tekenherkenning) maakt de digitale publicaties doorzoekbaar in de beeldbank; de pdf is zelfs vrij te downloaden. Intussen zijn een vijfhonderdtal werken uit onze collectie volledig op tekst doorzoekbaar. We proberen om interessante deelcollecties stelselmatig van OCR te voorzien en we werken hiervoor ook samen met externe partners.
Lokale en internationale samenwerkingen
Met twee professionele toestellen is ons digitaal atelier goed uitgerust. We stellen die infrastructuur en onze knowhow ter beschikking van onze partners in Antwerpen en daarbuiten. Zo digitaliseerden we in samenwerking met het Felixarchief onze gezamenlijke collectie van Antwerpse adresboeken die de firma Ratinckx tussen 1838 en 1967 uitbracht. Deze adresboeken zijn dankbare bronnen voor economische historici en genealogen die de geschiedenis van onder meer familieleden willen traceren. Omdat ze in het verleden zo vaak geraadpleegd zijn en bovendien op goedkoop papier gedrukt werden, verkeren ze vandaag in slechte staat. Door de digitalisering zijn deze adresboeken nu wereldwijd online beschikbaar en doorzoekbaar via OCR.
Toch digitaliseren we niet alles ter plaatse: ook externe partners digitaliseren collectieonderdelen. We hebben meerdere samenwerkingen waarbij we niet zelf scannen, maar het materiaal enkel aanleveren. De grootste samenwerking is die met Google Books: zij werken al een hele tijd intensief samen met tal van universiteiten en bibliotheken. De vereiste voor dit project was dat we minimaal 100.000 unieke titels moesten aanleveren. Samen met het Museum Plantin-Moretus verzenden we bijgevolg elke zes weken ongeveer 6.000 werken, waarna Google alles en masse digitaliseert en er OCR op toepast. We werken daarnaast ook nauw samen met de Digitale Bibliotheek voor Nederlandse Letteren (DBNL). Dit is een omvangrijke en publieke digitale collectie van teksten uit de Nederlandse letterkunde, taalkunde en cultuurgeschiedenis van vroeger tot nu. Als eerste partner van de DBNL in Vlaanderen leveren we publicaties aan, waarna de Nederlandse Koninklijke Bibliotheek ze digitaliseert en van tekstherkenning voorziet.
Digital born bestanden
Vandaag verschijnen heel wat publicaties niet langer op papier, maar worden ze digitaal ‘geboren’. Deze digital born bestanden stellen ons collectiebeleid voor nieuwe uitdagingen, omdat ze andere kenmerken en aandachtspunten hebben dan papieren publicaties. Ze verschijnen vaak via alternatieve kanalen, zoals websites. Om hierop in te spelen en een consistente verzamelpolitiek en duurzame bewaring te garanderen, werken we eveneens samen met tal van mediapartners. Al deze samenwerkingen brengen het erfgoed van Vlaanderen op een nieuwe manier naar het publiek.