Marie-Charlotte Le Bailly – coördinator expo Helden in harnas
Eén bepaalde periode staat centraal in de expo Helden in harnas: de late vijftiende en vroege zestiende eeuw. Juist toen veranderde zowel het maatschappelijk beeld rond ridders, als de verspreiding van geschriften en verhalen. De ridder, in de vroege middeleeuwen gewoon een soldaat te paard, werd vanaf de elfde en twaalfde eeuw een toonbeeld van militaire kracht, christelijke normen en waarden en hoofse, edelmoedige kwaliteiten. In de late vijftiende eeuw verloor hij zijn militaire functie en werd de term ‘ridder’ een eretitel. Toch bleven ridderverhalen populair, mede dankzij de uitvinding van de boekdrukkunst. Halverwege de vijftiende eeuw zorgde het drukken met losse letters voor een revolutie in de verspreiding van alle soorten geschriften. Reproductie werd makkelijker, waarna ook vertalingen en masse geproduceerd werden. Antwerpen speelde een centrale rol in deze mediarevolutie.
De levensduur van ridderromans
“De hoogtijdagen van de riddercultuur waren in de vijftiende eeuw al lang voorbij, maar de aantrekkingskracht van ridders was dat beslist niet,” vertelt coördinator Marie-Charlotte Le Bailly. Zij vormt het kloppend hart van onze nieuwste tentoonstelling, samen met Elisabeth de Bruijn, gastcurator van de expo, en Steven van Impe, conservator oude drukken aan de Erfgoedbibliotheek. “De vroegst gedrukte ridderromans uit de late vijftiende en zestiende eeuw vormen de kern van de tentoonstelling. Daarnaast geven we ook een inkijk in teksten en verhalen uit latere eeuwen en vroegere periodes,” geeft Elisabeth aan. “Sommige gedrukte ridderverhalen zijn namelijk ook bewaard in oudere handschriften. Daar zitten prachtexemplaren tussen, maar ook sterk gehavende fragmenten die nauwelijks nog leesbaar zijn.”
"We tonen zowel fragmenten van verloren gewaande manuscripten, als populaire werken die al eeuwenlang deel uitmaken van ons collectief geheugen”
Steven Van Impe – conservator oude drukken
Die stukgelezen of afgedankte werken tonen het overduidelijke verval en de averij aan van middeleeuwse handschriften en vroeg drukwerk. “Een verbrand boek staat hier symbool voor deze teloorgang. Ook de bijna vergane Madelgijsfragmenten krijgen een prominente plaats. Ooit behandelde men de laatste vier perkamenten van de Madelgijsromans met een chemische stof, om ze leesbaarder te maken. Het goedje werkte averechts: de perkamenten werden doorzichtig en de tekst is amper nog te zien. Samen met al die prachtige, originele drukwerken, tonen we dus ook de minder fraaie kant van de geschiedenis: de wegdeemstering en aftakeling,” vult Steven aan.
“Maar er is ook goed nieuws. Naast die originele, gefragmenteerde manuscripten tonen we ook enkele werken die van de zestiende tot de negentiende eeuw populair bleven,” gaat Steven verder. “Eeuwenlang bleven deze verhalen in de samenleving circuleren, zoals de roman van De Vier Heemskinderen. Mensen vertelden de verhalen door, of kochten de boekjes in boekenwinkels of bij rondreizende marskramers. Zo bleef de legende bestaan en ontstonden er toneelstukken, poppenspelen en hing men zelfs uithangborden aan gevels. Bijgevolg maakt dat verhaal al vijfhonderd jaar deel uit van ons collectief geheugen.”
Ridderverhalen zijn immers van alle tijden. “Dat willen we met de expo ook benadrukken”, vult Marie-Charlotte aan. “Daarom etaleren we niet alleen boeken die vanaf de vijftiende eeuw werden gedrukt, maar bewijzen we dat ridders ook nu nog tot de verbeelding spreken. Wees dus niet verrast als je enkele moderne dvd’s ziet liggen naast een levensecht harnas: verhalen over ridders verdwenen nu eenmaal nooit uit het cultureel geheugen.”
Collectief geheugen versus bibliofielen
Toch gingen mettertijd heel wat werken verloren, ondanks de boekdrukkunst. Het is niet vanzelfsprekend dat een gedrukte tekst voor het nageslacht bewaard bleef. Sommige ridderromans waren slechts kortstondig populair en kregen geen herdruk. Daartegenover waren er ook verhalen die tot in de negentiende eeuw steeds werden heruitgegeven, zoals de Vier Heemskinderen. Dit is het voorbeeld bij uitstek van een ridderverhaal dat doorleefde in ons collectief geheugen. Denk maar aan de Ros Beiaardommegang. Elke tien jaar trekken de Vier Heemskinderen op een bijna vijf meter hoog paard door de straten van Dendermonde.
Heel anders liep het met pakweg Karel ende Elegast: een typisch voorbeeld van een herontdekt verhaal. Elisabeth licht toe: “In de middeleeuwen was dit een populair epos, maar alle handschriften ervan zijn verdwenen. Pas in de negentiende eeuw ontdekten enkele wetenschappers de waarde van dit stukje cultureel erfgoed, waarna zij het in ere herstelden. Sinds het werk eind negentiende eeuw werd opgenomen in de literatuurgeschiedenissen, behoort het tot de zogenaamde literaire canon (een lijst van basiswerken die beschouwd worden als klassiek en cultureel belangrijk, red.). Met zijn eerder eenvoudige en unieke, korte romanstructuur is het boek zeer geschikt voor het onderwijs: het is de ideale kennismaking met de Middelnederlandse literatuur. En te zeggen dat niemand het verhaal nog kende in de achttiende eeuw!”
"Bij het zien van de expo snap je de link tussen Netflix en de middeleeuwen meteen”
Marie-Charlotte Le Bailly – coördinator expo Helden in harnas
Andere verhalen ontdekten we pas heel recent weer. Marie-Charlotte wijst op de rol van verzamelaars en bewaarinstellingen: “Erfgoedbibliotheken, antiquaren en bibliofielen maken deel uit van hetzelfde ecosysteem. Zonder verzamelaars waren de meeste ridderromans die we in de expo tonen, waarschijnlijk nooit bewaard gebleven. Antiquaren en veilinghuizen brengen ons in contact met die verzamelaars en hun collecties. Een mooi voorbeeld is het oorspronkelijk Franse verhaal Galien Rethore. We wisten dat er een Nederlandse vertaling van bestond, omdat het in de zeventiende eeuw door de Antwerpse bisschop op de index werd geplaatst. Toch ontbrak elk spoor van die vertaling. Onze verrassing was dan ook groot toen we op een veiling in 2016 een Antwerpse editie konden aankopen. Zo kwam het verhaal opnieuw in ‘publieke’ handen. Intussen werd deze Middelnederlandse editie uitvoerig bestudeerd en is een moderne teksteditie in de maak. Wie weet krijgt het ooit een plaatsje in het collectief geheugen.”
"We willen in de expo dan ook het Nachleben of doorleven van die ridderverhalen illustreren met werken uit de zestiende eeuw tot vandaag”
Steven Van Impe – conservator oude drukken
Bekende werken zoals Karel ende Elegast en de Vier Heemskinderen liggen in de tentoonstelling naast onbekende ridderromans zoals Galien Rethore. Op die manier krijgt de bezoeker een beeld van de ridderverhalen die na de uitvinding van de boekdrukkunst bij het laatvijftiende-eeuws en zestiende-eeuws publiek geliefd waren.
"Deze expo is een momentopname van ridderverhalen die in de vijftiende en de zestiende eeuw bekend waren.”
Elisabeth de Bruijn, gastcurator expo Helden in harnas
Hedendaagse vertelstructuren
De expo plaatst deze momentopname van ridderverhalen in de hedendaagse context. De middeleeuwse literatuur helpt ons namelijk om moderne verhalen beter te begrijpen. Zo doet de episodische vertelstructuur van ridderverhalen denken aan die van een soapserie, terwijl moderne romans doorgaans een veel compactere verhaalboog hebben. Ook fenomenen als spin-offs, cross-overs, sequels en prequels komen in de ridderepiek met de regelmaat van de klok voor.
Elisabeth licht toe: “De verhaallijnen van pakweg Game of Thrones of de Star Wars-saga zijn helemaal opgebouwd zoals in de originele ridderverhalen: vol personages, plottwists en eindeloze verwikkelingen. Deze series gebruiken dezelfde trucjes als de oude ridderromans, zoals entrelacement: de vervlechting van verschillende verhaaldraden. Het zestiende-eeuwse publiek was helemaal gewend aan dit soort ‘kantklossen’ van plots en subplots. Daartegenover lijkt Karel ende Elegast dan weer veel meer op een Hollywoodfilm van nu, vanwege de strakke, korte structuur.”
"Niet zelden verrassen moderne televisieseries je met de herintroductie van uit het zicht verdwenen personages: helemaal volgens het stramien van de ridderroman.”
Elisabeth de Bruijn, gastcurator expo Helden in harnas
De Antwerpse connectie
“Eigenlijk had de expo bijna ‘Ridders in Antwerpen’ geheten, omwille van de relevantie van Antwerpen als het grootste drukkerscentrum van Noord-Europa,” verklaart Steven. “We begonnen met de insteek om enkel met Antwerpse drukken uit de zestiende eeuw te werken, maar voegden uiteindelijk ook buitenlandse werken uit vroegere en latere periodes toe. Zo tonen we hoe Antwerpen een centrale rol vertolkte. De ideale ligging tussen Franstalige, Duitstalige en Engelstalige regio’s en de goede contacten met de daar aanwezige drukkers maakten van Antwerpen een spil in de exploderende drukwereld. Bovendien droeg Antwerpen als havenstad ook bij aan de overzeese verspreiding dankzij de export.”
Veel drukken die oorspronkelijk in Antwerpen zijn gedrukt, liggen tegenwoordig in collecties in binnen- en buitenland. “Bruiklenen zijn dan ook enorm belangrijk voor deze tentoonstelling,” vertelt Steven verder. “Zo hebben we naast boeken uit Vlaanderen en Nederland ook nog negen bruiklenen uit de Bibliothèque Nationale van Parijs. En dan is er natuurlijk nog The Library of Congress in Washington. Die herbergt immers de wereldvermaarde Rosenwald Collection, met veel Antwerpse drukken: een verzameling boeken die zelden in Europa te zien waren. We halen speciaal voor Helden in harnas zeven unieke werken uit deze collectie naar Antwerpen, wat op zich een huzarenstukje is.” Marie-Charlotte vult aan: “Het is in normale omstandigheden al helemaal niet evident om werken te laten overkomen uit de Verenigde Staten. Het feit dat de coronacrisis toesloeg, maakt deze uitdaging nog een pak groter door reisbeperkingen. We moesten deze tentoonstelling in 2020 zelfs uitstellen en alternatieve plannen in beraad houden, omdat het tot begin van de zomer 2021 onduidelijk bleef of de koerier uit Washington zou mogen vertrekken. Dat alles maakt dat we des te meer uitkijken naar deze najaarstentoonstelling.”
"Dat we zoveel werken uit bruikleen aan ons publiek kunnen voorstellen, is dan ook de kers op de taart.”
Marie-Charlotte Le Bailly – coördinator expo Helden in harnas