Overslaan en naar de inhoud gaan

Blaeu-globes

De hemel- en aardglobes van Willem Jansz. Blaeu bleven lange tijd de grootste ter wereld en ze waren in de zeventiende eeuw vooruitstrevend op het gebied van cartografische technieken.

De grootste globes

Blaeu’s grootste succes waren zijn atlassen en zijn globes. Toen hij zich in Amsterdam vestigde, was de markt grotendeels in handen van Jodocus Hondius (1563-1612). Hondius en Blaeu werden geduchte concurrenten en probeerden elkaar keer op keer te overtreffen. Het pleit werd beslecht toen Blaeu in 1616 twee globes uitbracht met een diameter van 68 centimeter, de grootste die er toen waren. De concurrentie gooide de handdoek in de ring. Zeventig jaar lang bleven dit de grootste globes op de markt. Terwijl de kleine globes werden gebruikt door zeevaarders en wetenschappers, waren deze grote globes vooral gericht op rijke verzamelaars en geleerden. Het waren meer statussymbolen dan wetenschappelijke instrumenten. Toch bracht Willem Blaeu voortdurend verbeteringen aan op zijn globes, om de recentste ontdekkingen bij te werken.

Zijn eerste aardglobe van 68 centimeter toont enkele actuele aanpassingen die voordien nog niet op kaarten verschenen waren: de grenzen van Nieuw-Guinea bijvoorbeeld, en het zuidelijke punt van Zuid-Amerika. Zijn eerste hemelglobe van 68 centimeter bevestigde Blaeu’s hoofdinteresse in astronomie. De actueelste ontdekkingen moesten te zien zijn. Onder meer drie lange nota’s wijzen op nieuw ontdekte sterren. Ook een ster uit het sterrenbeeld van de Zwaan, door Blaeu zelf ontdekt in 1600, mocht niet ontbreken.

Handleidingen

Blaeu schreef ook handleidingen voor zijn globes. Daarin verdedigde hij het heliocentrische systeem van Copernicus, maar hij was zakenman genoeg om ook het geocentrische wereldbeeld van Ptolemaeus op te nemen. Daarbij maakte hij wel een belangrijk onderscheid: het systeem van Ptolemaeus was maar een ‘meyning’, dat van Copernicus was een ‘natuerlijcke stelling’.

De opvolger Joan Blaeu

Toen Willem Jansz. Blaeu in 1638 overleed, nam zijn zoon Joan Blaeu (1596-1673) de firma over. Hij bleef globes produceren, op basis van de bestaande koperen platen, maar die werden niet meer op dezelfde nauwkeurige manier geactualiseerd met nieuwe ontdekkingen zoals bij zijn vader. Dat de productie op peil bleef, blijkt uit de aantallen van nog bewaarde exemplaren: van de globes van 68 centimeter bestaan er nu nog 102 aardglobes en 97 hemelglobes, de overgrote meerderheid gedrukt in de periode van Joan Blaeu. Ook de globes van de Erfgoedbibliotheek werden door Joan Blaeu geproduceerd.

Meld je aan voor de nieuwsbrief