- Hoe is het idee voor de website “schrijversgewijs.be” ontstaan?
Als fervent lezer en boekenliefhebber koop ik regelmatig publicaties van Vlaamse schrijvers, meestal uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Maar het bleek vroeger niet zo simpel om meer informatie te vinden over wat ik precies had gekocht. Daarom deed ik steeds vaker zelf opzoekingen naar de auteurs en hun publicaties, en stelde ik bibliografieën op. Omdat het me interesseerde, verzamelde ik al snel meer informatie dan ik eigenlijk nodig had. Maar waar moest ik met al die informatie naartoe? Ik ontwikkelde “schrijversgewijs.be”, en blijf die website sindsdien altijd bijwerken.
- Verzamelt u informatie over alle Vlaamse schrijvers?
Neen, die scope is te groot. Ik selecteer schrijvers die literair-historisch belangrijk zijn geweest, al was het maar voor een korte periode. Of schrijvers, die voor andere schrijvers belangrijk waren: bijvoorbeeld Juul Filliaert. Hij heeft de eerste boeken van Daan Boens en Frits Francken tijdens de Eerste Wereldoorlog uitgegeven en hij heeft ook zelf gepubliceerd. Zijn kleinzoon beheert het archief van Filliaert en heeft contact met mij opgenomen. De website is op die manier voor mij ook een venster naar de wereld: je komt in contact met veel mensen.
- We zien u regelmatig in onze leeszaal een groot aantal boeken raadplegen. Welke functie heeft onze collectie voor uw onderzoek?
Ik ben in eerste instantie op zoek naar eerste drukken, tenzij ook een andere druk van een werk belangrijk is. In het begin consulteerde ik de catalogi van de Koninklijke Bibliotheek in Brussel en die van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience om mijn bibliografieën te controleren. Maar het is voor mij ook zeer belangrijk om het boek met eigen ogen te zien: hoe ziet het er eigenlijk uit, en klopt alle informatie die ik erover verzameld heb? Hiervoor kan ik in de leeszaal van de Erfgoedbibliotheek terecht. Ik kom ongeveer een keer per maand en reserveer vooraf tussen de 20 en de 30 titels, gegroepeerd naar bepaalde schrijvers. Het is heel fijn dat die voor mij klaarliggen als ik binnenkom.
- Zijn er nog andere erfgoedinstellingen die u raadpleegt?
Voor poëzie bezoek ik regelmatig het Poëziecentrum, en een tijdje geleden bracht ik een bezoek aan de werkbibliotheek van Iedereen Leest. Maar jullie collectie is voor mij zeker de belangrijkste bron.
- Wordt uw website veel geraadpleegd en heeft u contact met de gebruikers?
De website wordt veel geconsulteerd, en daar ben ik heel blij om. Het is mijn bedoeling om mensen die geïnteresseerd zijn in een bepaalde schrijver en in zijn werk hapklare informatie aan te bieden. Dat werkt heel goed. Maar natuurlijk wil ik alleen juiste informatie meegeven, en daarvoor is de collectie van de Erfgoedbibliotheek een betrouwbare referentie.
Er komen ook regelmatig reacties met aanvullingen of correcties. En een aantal auteurs signaleert me de uitgave van een nieuw boek. Soms krijg ik ook vragen die ik zelf niet direct kan oplossen. Als er zo’n merkwaardige vraag komt, kom ik naar hier om de nodige opzoekingen te doen.
- Heeft u op die manier ook al eens opmerkelijke vondsten gedaan?
Ja, onlangs nog. Valère Depauw heeft blijkbaar onder een bepaald pseudoniem een boek geschreven in de jaren ‘50, en dat wist ik totaal niet. Dat boekje heb ik hier gevonden en ga het zo meteen inkijken – ik ben benieuwd om het te zien. En dan voeg ik het toe aan mijn bibliografie.
- Heeft u bij al dat verzamelen en bijwerken nog tijd om te lezen?
Ja, ik lees vrij veel, en niet uitsluitend Vlaamse literatuur. Bovendien volg ik de nieuwe trends op, en ontdek bijvoorbeeld de romans van nieuwe Vlaamse schrijvers.
12.01.2018