Marktliedjes werden gezongen en verkocht door marktzangers. Dit beroep bestond eeuwenlang, tot de opkomst van de radio en televisie de nood aan deze zangers deed minderen. De laatste uitlopers van het beroep vinden we terug in de jaren ‘50 van de twintigste eeuw.
De liederen van de zangers vervulden vele functies. Door hun reizen door het Vlaamse land waren ze goed op de hoogte van allerlei gebeurtenissen. Er bestaan veel liederen over gruwelijke moorden (die vaak bloederig beschreven worden), diefstallen en andere misdaden. Rampen zoals branden en overstromingen komen eveneens aan bod. Ook het grotere politieke nieuws bood stof voor liederen. De grote veldslagen, maar ook het persoonlijke leven van de staatshoofden werden veelvuldig bezongen. Maar het repertoire van de zangers bestond vooral uit fictieliedjes. De liefde is al eeuwenlang een populair onderwerp. Er werd ook wel eens graag gelachen met liederen in dialect of kluchtige verhalen.
De marktzanger bood zijn publiek dus informatie, amusement en morele opvoeding. Dit deed hij uiteraard niet gratis, maar hij stond ook niet te bedelen om geld als een ordinaire straatzanger. De marktzanger liet zijn liedteksten drukken en verkocht deze bladen aan zijn toehoorders.
Om zoveel mogelijk bladen te verkopen, stonden er steeds verschillende genres op één blad. Zo kon zonder probleem een gruwelijk moordlied naast een devoot geestelijk liedje voorkomen. Op die manier was er altijd wel een geïnteresseerde te vinden, al was het maar voor één liedje op het blad.
Meer weten?
- Ontdek de collectie in de catalogus.
- Nederlandse liederenbank