Dit prachtige werk bevat tien zeefdrukken van Pepermans vergezeld van gedichten van Claus, die vertaald zijn in het Frans door Claus’ goede vriend Freddy de Vree (1939-2004). Pepermans maakte telkens een eerste werktekening van een Parijse scène, die als basis dient voor een tekening in twee versies (een ‘positief’ en een ‘negatief’, zoals we dat kennen uit de analoge fotografie). Claus schreef dan bij elke afbeelding een gedicht; in die zin zou je dus kunnen spreken van ‘ontdubbelde’ gedichten. Hoewel Pepermans zegt dat de tekeningen niet in een specifieke volgorde staan, zou een aandachtige kijker op een kaart het traject van de kunstenaar in Parijs kunnen volgen. Het exemplaar in de Erfgoedbibliotheek bevat ook een door Pepermans getekende kaart.
Dit bijzondere boek, gezet in het lettertype ‘Palatino’ en gedrukt in een oplage van 41 exemplaren + 6 hors commerce, is uitgegeven door de Brusselse galeriehouder en uitgever van kunstenaarsboeken Camille von Scholz (Editions Camomille). Elk boek bevat ook een originele tekening van Pepermans. De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience bezit nummer drie van de exemplaren hors commerce. Het is afkomstig uit de privécollectie van Freddy de Vree en is gesigneerd door zowel Pepermans als Claus. Het werk is meer dan een gewone gedichtenbundel door de combinatie van tekst en beeld, maar ook door de materiële kwaliteiten ervan. Zo kan de lezer kiezen op welke manier hij het werk leest en openslaat. Leg je de Franse gedichten naast elkaar of de twee Nederlandse? Of leg je de tekening in het midden tussen de Franse en Nederlandse versie?
Wanneer je het boek openslaat, zie je links en rechts de Franse vertalingen. Deze pagina’s kun je ook openslaan, haast als een uitklapboek voor kinderen (cf. afbeeldingen onderaan). In het midden staan de dubbeltekeningen van Pepermans. In de opengeslagen pagina’s staan Claus’ gedichten, ongenummerd en ongetiteld. De gedichten vormen, net als de tekeningen, een soort spiegelbeeld van elkaar, een nacht- en een dag-versie als het ware. “Onze Dame? Vergeet het.” wordt “Onze Meid. Onthou dat.” De Franse versies contrasteren hiermee als enige kleurrijke element in Steeds/Cité: zowel de tekeningen als de Nederlandse gedichten zijn in zwarte inkt gemaakt, maar de Franse vertalingen zijn felrood.
Claus stond erom bekend dat hij altijd bleef sleutelen aan zijn gedichten. Latere bundels en verzamelwerken bevatten ook gedichten uit Steeds/Cité, maar nooit in exact dezelfde vorm. In De Sporen (1994) staan negen gedichten uit Steeds, maar er is geen ‘ontdubbeling’: Claus heeft telkens de oorspronkelijke paren samengevoegd en maakte nog wat extra aanpassingen. In zijn verzamelde gedichten (1994 en 2004) zijn alle versies opgenomen: eerst de negen gedichten uit De Sporen, dan de ‘ontdubbelde’ versies uit Steeds/Cité, zij het zonder de vertalingen en tekeningen. Die andere presentaties brengen met zich mee dat we de gedichten anders gaan lezen en dat een deel van de oorspronkelijke interpretatiemogelijkheden verdwijnt.
Dit online-dossier over Steeds/Cité werd samengesteld door Janne Drossart, Sofie Laermans en Frédérique Markey in het kader van een mastervak ‘Nederlandse letterkunde: Tekst en boek in de moderne tijd’ aan de KU Leuven (academiejaar 2022-2023), onder begeleiding van docent Linde De Potter. De studenten verdiepten zich in verschillende aspecten van het boek en interviewden Pepermans over zijn samenwerking met Claus in de jaren negentig.
Wil je ook (digitaal) bladeren door Steeds/Cité of wil je meer weten over de bijzondere relatie tussen woord en beeld of de vertalingen in dit werk? Lees dan verder op de volgende pagina’s: