James F. Cooper en Karl May
De indianenavonturen van Thomas Mayne Reid zijn deels gebaseerd op eigen ervaringen, die hij opdeed toen hij in Noord-Amerika tussen de indianen woonde.
Met zijn bekendste indianenverhaal De laatste der Mohikanen was James Fenimoore Cooper een van de eersten die de (blanke) Amerikaan niet als superieur aan de Indianen neerzette. De moeizame en kwetsbare relatie tussen de “nieuwe” en de oorspronkelijke Amerikanen wordt hier pijnlijk duidelijk.
Als het over indianenverhalen gaat, kan Karl May natuurlijk niet in het rijtje ontbreken. Kenmerkend in zijn boeken is naast de duidelijke indeling in “goed” en “slecht” de christelijke boodschap als leidraad: de “goeden” vergeven de “slechten” vrijwel altijd.
Een nog sterkere christelijke boodschap vindt men in de zogenaamde missieverhalen. In deze boekjes wordt in andere landen gereisd, waar de plaatselijke bevolking bekritiseerd en vervolgens “onderwezen” wordt over het christelijke geloof, vaak met bekering van het volk als triomf. Pater De Smet was een Vlaamse Jezuïet-missionaris, die onder de Noord-Amerikaanse indianen bekend was als “Zwartrok” of “Grote Zwartrok”. De verhalen van pater De Smet zijn ook te vinden in een aantal uitgaven van de Vlaamsche Filmkens, een reeks boekjes die vooral via katholieke scholen verspreid werd.