Critici hebben Conscience een simplistische maatschappijvisie verweten, anderen vonden dat in de eenvoud van deze verhalen juist hun kracht schuilde. De loteling (1850) is geïnspireerd op Consciences ervaringen in het leger. De held van de novelle Rikke-Tikke-Tak (1845) is gebaseerd op waargebeurde feiten. Met Baes Gansendonck (1850) en De arme edelman (1851) sloeg Conscience het pad in van de zedenkundige roman. In dit genre produceerde hij een lange reeks van werken, zoals De plaeg der dorpen (1855), Het geluk van rijk te zijn (1855) en Bavo en Lieveken (1865).
In de dorps- en plattelandsverhalen toont Concience zich een ware volksschrijver en een meesterlijk verteller. Ook de inbreng van enkele trouwe medewerkers was doorslaggevend voor zijn succes. Vanaf 1845 was de Antwerpse schilder Edward Dujardin (1817-1889) zijn vaste illustrator. De eenvoudige omtrektekeningen, uitgevoerd met droge stift op steen, werden alom gewaardeerd. Van 1843 tot 1850 was Joseph Ernest Buschmann – een Luxemburger die in Parijs was opgeleid en in Antwerpen een uitgeverij had opgericht – Consciences vaste uitgever. Zijn uitgaven behoren tot de mooiste voorbeelden van de romantische typografie in België. Buschmann werd ziek in 1850 en overleed in 1853. De Nederlander Jan Petrus van Dieren werd daarop Consciences uitgever, tot in 1866.