Overslaan en naar de inhoud gaan

Een autobiographie

Hendrik Conscience werd 200 jaar geleden, op 3 december 1812, te Antwerpen geboren als zoon van een Franse vader en een Vlaamse moeder.

Jeugdjaren

Vader Pierre Conscience werkte als toezichter op de Franse scheepswerven, maar verloor zijn baan na de nederlaag van Napoleon in 1814. Het gezin begon dan een kruidenierswinkel in het Schipperskwartier. Na het overlijden van de moeder in 1820 verhuisden ze naar de Groenen Hoek nabij de huidige dierentuin, waar Conscience in totale vrijheid van de natuur genoot … Tot zijn vader in 1826 hertrouwde en er een einde kwam aan de zorgeloze kindertijd.

De kleine Hendrik was ziekelijk en zat vaak alleen op zolder, waar zijn vader oude boeken verzamelde. Het papier werd gebruikt in de kruidenierszaak, om de waren te verpakken. Hoewel hij nog niet kon lezen, oefenden de boeken door hun mooie plaatjes een enorme aantrekkingskracht op hem uit. Het boek dat hem het meest fascineerde, was Johan Nieuhofs Gedenkweerdige zee- en landreizen. Meer dan 40 jaar later zou Conscience de platen van Nieuhofs boek opnieuw gebruiken. Ze stonden model voor de illustraties van zijn roman Batavia, zoals blijkt uit een brief aan zijn vaste illustrator Edward Dujardin.

Een geboren verteller

Op fysiek vlak moest Hendrik meestal onderdoen voor zijn leeftijdsgenoten, maar als hij kon vertellen en zijn fantasie de vrije loop kon laten, waren alle ogen op hem gericht. Zijn inspiratie haalde hij uit de volksverhalen die de mensen in de buurt aan elkaar vertelden. Hij luisterde gretig naar de sterke verhalen van zijn vader, over diens avonturen op zee, over stormen en schipbreuken en over de veldslagen van Napoleon. Conscience was gek op de historische verhalen uit de zogenaamde ‘blauwboekjes’, en bezocht regelmatig de Poesjenellenkelder waar dezelfde legenden op de planken werden gebracht.

Hendrik Conscience in het leger

Hendrik Conscience was 18 jaar toen in september 1830 de Belgische omwenteling losbrak. Zoals veel andere Antwerpse jongeren liet hij zich bij de Belgische troepen inlijven. ‘Vrijheid’ was niet alleen een politiek ideaal, maar betekende ook ontsnappen aan het gezag van zijn vader en stiefmoeder. Zijn eenheid trok noordwaarts en bleef maandenlang in de Kempen rondzwerven. Conscience maakte kennis met het heidelandschap, dat in zijn latere verhalen een belangrijke rol zou spelen.

Omdat hij goed (leesbaar) kon schrijven, werd Conscience aangesteld als foerier. Maar hij werd ziek, moest het kamp verlaten en zocht een onderkomen in een nabijgelegen dorp. Hij werd gastvrij ontvangen in een kleine hut, waar hij lief en leed deelde met de arme bewoners. Conscience raakte gepassioneerd door de Kempen en haar bewoners. In augustus 1831 staken de Hollandse troepen de grens over. Conscience vocht mee in de Tiendaagse Veldtocht en de Slag bij Leuven, waar hij naar eigen zeggen de kennis en ervaring opdeed om militaire operaties te beschrijven.

Einde van de legertijd en de eerste roman

Op 21 mei 1836 verliet Conscience het leger en keerde hij terug naar Antwerpen. Hij vond tijdelijk onderdak bij zijn vader die hem aanmaande onmiddellijk werk te zoeken. Maar Conscience verdiepte zich in de Franse dichters en bestudeerde oude boeken. Waarschijnlijk heeft het Antwerpsch Chronykje – Conscience noemt verkeerdelijk Guicciardini’s Descrittione di tutti i Paesi Bassi – hem geïnspireerd tot het schrijven van zijn eerste roman In ’t Wonderjaer. Hierin beschrijft hij de Beeldenstorm en de overwinning van de Geuzen op de Spanjaarden (1566).

Uit de webexpo

Meld je aan voor de nieuwsbrief